Jicht
Jicht is een reumatische aandoening die ruim 2.500 jaar bekend is. Jicht werd voor het eerst genoemd in de vijfde eeuw voor Christus in de geschriften van de Griekse geneesheer Hippocrates. Eeuwenlang geloofden artsen dat jicht een gevolg was van een teveel aan slijm. Dat slijm werd in de hersenen gevormd en bij overproductie zakte het af naar de romp en de ledematen onder invloed van de zwaartekracht.
Daarnaast was toen de gedachtegang dat de ziekte vooral welgestelde en goed doorvoede mensen trof. Daarmee kreeg de jichtlijder zelf alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Vaak waren jichtpatiënten het mikpunt van spot, zoals de vele spotprenten over jicht uit de 17de en 18de eeuw getuigen. Het duurde inderdaad tot halverwege de 19de eeuw, voordat men meer kennis kreeg over het ontstaan van jicht. Vooral werd de connectie duidelijker tussen uitgebreid (purinerijk) eten en drinken enerzijds en jicht anderzijds. Wijn en bier (alcohol) spelen hierbij ook een rol.
Griekse geneesheer Hippocrates